- BeLife Werkt
- Nieuws BeLife
- Neurodiversiteit op de werkvloer inzicht aanpak en ondersteuning
Neurodiversiteit op de werkvloer: inzicht, aanpak en ondersteuning.
Het concept neurodiversiteit wordt steeds vaker besproken, ook op het werk. Het draait om de variatie in hoe onze hersenen functioneren. Maar wat houdt neurodiversiteit precies in? En wat betekent het voor zowel organisaties als werknemers? Wat zijn de stappen die je kunt nemen wanneer je hersenen op een andere manier werken dan de omgeving van je verwacht?
Verschillende hersenen, verschillende perspectieven
Cynthia Joseph, bedrijfsmaatschappelijk werker (BMW) bij Arbo Unie, legt neurodiversiteit en biodiversiteit naast elkaar. “Zoals je in de natuur verschillende soorten planten en dieren hebt, heb je bij mensen allerlei typen breinen. Zoals je in een bloemenveld verschillende soorten bloemen vindt die elkaar nodig hebben om te overleven, hebben wij als mensen verschillende breinen nodig. Breinen die details zien, die snel kunnen schakelen, die ideeën bedenken, enzovoort. Dat is evolutionair zo gegroeid. Die verschillende typen breinen vind je ook in een werkomgeving. Waarbij elk type anders werkt en andere kwaliteiten bijdraagt. Als je daar als werkgever oog voor hebt, helpt dat om het beste uit mensen naar boven te halen. Maar die diversiteit betekent ook dat het ene brein harder moet werken om zich aan te passen aan de omgeving dan het andere en dat het soms schuurt. En dit geldt niet alleen voor breinen met een bepaald label, zoals ADHD of hoogbegaafdheid. Je hebt ook breinen die meer in beelden denken, juist heel talig zijn of op nog een andere manier informatie verwerken. In communicatie kan dat soms botsen en tot frustraties leiden. In mijn spreekkamer kom ik dan ook veel problemen tegen die hier verband mee houden.”
Een psychologische kijk op neurodiversiteit
Ook GZ-psycholoog Robèrt Vendelbosch van Arbo Unie komt regelmatig neurodiversiteit tegen in zijn werk. Vanuit zijn vakgebied benadert hij dit concept echter op een iets andere manier. “De psychologie maakt onderscheid tussen neurotypisch – het ‘gangbare’ brein – en neurodivers of neurodivergent”, legt hij uit. “Daarbij staat neurodivers voor breinen die op een minder gangbare manier werken. Deze overkoepelende term is in het leven geroepen om te voorkomen dat mensen met bijvoorbeeld een burn-out, depressie, autisme of andere neurodiverse diagnose strikt vanuit die diagnose worden bezien en behandeld. Er zit een streven achter om zonder classificatie, ‘diagnosevrij’, naar mensen te kijken. Naar de persoon in zijn totaliteit en hoe die functioneert in alle levensgebieden. De moeilijkheid is alleen: waar trek je de grens tussen neurotypisch en neurodivers? Dan kom je snel toch weer uit bij labels. Maar de gedachte dat iedereen anders is en dat elk brein om maatwerk vraagt, kan ik alleen maar onderschrijven.”
Verschillende aanpakken, hetzelfde doel
Hoewel BMW’ers en psychologen een andere benadering hebben, richten ze zich beide op de persoon, niet op het label. Robèrt verduidelijkt: “We kijken allebei: wie hebben we voor ons, waar loopt de persoon tegenaan en wat betekent dit voor het werk? Het individu staat centraal, niet het eventuele etiket. We nemen alles mee, van thuissituatie tot werksituatie, leeftijd, hoeveelheid stress en ontspanning, talenten en match met het werk. Maar onze aanpak als GZ-psycholoog is anders. Als iemand bijvoorbeeld bij mij komt met aandachts- en concentratieproblemen, probeer ik te achterhalen: wat zit daarachter? Is het structureel – zoals bij ADHD –, misschien een tijdelijk gevolg van een heftige gebeurtenis of nog iets anders? Mijn behandeling stem ik af op die onderliggende oorzaak. Een depressie en een burn-out brengen bijvoorbeeld vergelijkbare symptomen met zich mee, maar vragen om een totaal andere behandeling.”
BMW'ers hanteren een andere aanpak. In hun begeleiding ligt de focus meer op de vraag: als je uitdagingen ervaart doordat je brein op deze manier functioneert, hoe kun je daar het beste mee omgaan? Welke strategieën zijn voor jou effectief? Ze helpen om situaties te 'normaliseren' en bieden praktische oplossingen. Cynthia legt uit: “We brengen met een medewerker in kaart: wat speelt er? Hoe ben je daar gekomen? Hoe werkt dat in je hoofd? Welke radertjes draaien daar? Wat kun je zelf doen om beter in balans te komen en wat heb je nodig in je werkomgeving? We helpen iemand zichzelf beter te begrijpen en hier ook over te communiceren met de leidinggevende en het team. Een driegesprek met de leidinggevende is bijvoorbeeld vaak een heel effectief middel om onderling begrip te bevorderen en is vaak een eerste stap naar verbetering. Daarnaast kunnen we onder meer workshops verzorgen voor leidinggevenden, waardoor ze meer oog krijgen voor neurodiversiteit.”
De juiste professional voor ieder individu
Bij Arbo Unie vullen de benaderingen van GZ-psychologen en BMW'ers elkaar op een effectieve manier aan. Cynthia: “We werken in multidisciplinaire teams, waarin we met de bedrijfsarts of de verzuimconsulent per persoon bepalen bij welke ondersteuning diegene het meest gebaat is.” De ene keer wordt iemand dan verwezen naar een BMW'er, de andere keer naar een GZ-psycholoog. Of eerst naar een psycholoog en vervolgens naar een BMW’er. Robèrt vult aan: “Dat is een groot voordeel van alle disciplines onder één dak hebben: we kunnen echt maatwerk bieden. Daar komt bij dat we de behandeling of begeleiding snel kunnen opstarten; voor zover we al wachtlijsten hebben, zijn die een stuk korter dan in de reguliere zorg. En wij maken altijd de koppeling met werk. In de reguliere zorg is dat niet vanzelfsprekend, terwijl werk toch voor veel mensen een belangrijk deel van hun leven is.”
Meer weten?
Wil je meer informatie over neurodiversiteit en hoe BeLife jouw medewerkers en organisatie kan ondersteunen bij vraagstukken rondom dit thema? Neem dan contact op via info@belife.nl.